Bijdrage aan duurzame veehouderij en welzijn dieren moet voorwaarde zijn voor vergunning dierproeven
Bij het verlenen van vergunningen aan dierproeven voor de veehouderij zouden de bijdrage aan de verduurzaming van de veehouderij en het welzijn van de dieren waarop de proef is gericht doorslaggevende criteria moeten zijn.
Centrale Commissie Dierproeven
Dat adviseert de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) in een zienswijze die vandaag in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag is gepresenteerd. Het advies is gevraagd op initiatief van de Centrale Commissie Dierproeven (CCD). Die zag zich voor dilemma's geplaatst bij het beoordelen van dierproeven. Aan de ene kant loopt Nederland voorop in innovatie en verduurzaming van de veehouderij, waarvoor dierproeven nodig zijn om bijvoorbeeld de effecten op de gehouden dieren te onderzoeken. Aan de andere kant streeft Nederland naar proefdiervrije innovatie.
In gesprek met ketenpartners
Duurzame veehouderij omvat meerdere doelen, zoals een betere gezondheid van mens en dier, een rendabele bedrijfsvoering, minder uitstoot en beter dierenwelzijn. Maar soms kunnen ontwikkelingen gericht op een van die doelen nadelig zijn voor het welzijn van de gehouden dieren, stelt de Raad vast. Dat maakt het moeilijker om het belang van een dierproef voor de veehouderij te beoordelen. Daarom adviseert de Raad de CCD en de minister om met de betrokken partners afspraken te maken over de richting en invulling van het onderzoek ten behoeve van de verduurzaming van de veehouderij, en de rol van het dierenwelzijn daarin. Uit zo'n debat kan een document voortkomen dat de CCD en de vergunningaanvrager meer houvast geeft bij hun afwegingen.
Ook onderzoek voor verbetering huidige systemen
Als een dierproef duidelijk bijdraagt aan zowel verduurzaming als dierenwelzijn, kan het wenselijk zijn om het streven naar vermindering van dierproeven voor dat doel even minder voorop te laten staan, merkt de Raad op. Een dierproef kan ook belang hebben voor enkel de verlichting van welzijnsproblemen die voortvloeien uit de bestaande systemen. 'Juist wanneer zulk onderzoek wordt voorgesteld dat verder niet bijdraagt aan duurzame verbetering van het systeem, is het belangrijk om aan te dringen op dierproefalternatieven om innovatie voor zowel de dierproef als voor het praktijksysteem te stimuleren.’
Internationaal speelveld in de gaten houden
Tenslotte vindt de Raad het wenselijk dat de partners in de onderzoekketen ook zelf verantwoordelijkheid nemen voor proefdiervrije innovatie en het diervriendelijk maken en verduurzamen van de veehouderij, en daar in alle openheid verantwoording over afleggen. De RDA raadt de CCD aan om hier in de aanvraagformulieren expliciet naar te vragen. Bij het streven naar zowel een duurzame veehouderij als minder dierproeven is het belangrijk om het internationale speelveld goed in de gaten te houden. De concurrentiepositie maar ook de mogelijkheden voor internationale samenwerking zijn van belang, en juist daarom moet de samenwerking worden gezocht met andere partners die voorop willen lopen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn.